Buurten in de wereld

Pompeï bij Napels

18 juni 2018

In 79 na Christus voltrok zich een gigantische natuurramp. De top van de vulkanische Vesuvius explodeerde. Giftige gassen ontsnapten en vormden een gigantische zwarte wolk; midden op de dag werd het nacht en bedekte een regen van as en puimsteen het welvarende stadje Pompeï.

Ook het kleinere Herculaneum verdween voorgoed toen het werd bedolven onder een stroom van kokende lava. Het leven in deze kustplaatsen in de baai van Napels kwam abrupt tot stilstand. Pas bij opgravingen in de 18de en 19de eeuw bleek dat de stadjes intact bewaard waren gebleven. Nergens kan men het dagelijkse leven van de Romeinen, hoe ze leefden en woonden zo helder in kaart brengen. En we zien dat er niets nieuws onder de zon is.

Ondertussen is tweederde van Pompeï blootgelegd. Interessant is dat de site een schat aan informatie bevat over de Romeinse planologie en over hoe de Romeinen omgingen met de bouw van hun steden. Deden ze aan stadsplanning of werd er zomaar wat gebouwd? Archeologen verdeelden Pompeï in negen regio’s. Ze stelden vast dat er een oude stad was rond het forum, waar het politieke, religieuze en commerciële centrum was.

Daarachter waren nieuwere delen die een duidelijk stadsplan hadden: huizenblokken omgeven door rechte straten in een dambordstructuur. Een dergelijke opbouw vinden we vandaag ook in New York. Binnen de huizenblokken hadden de straten dezelfde breedte van 2,5 meter tot ongeveer 4,5 meter. Ezelskarren werden via eenrichtingsverkeer in goede banen geleid. Links en rechts waren verhoogde voetpaden, met stapstenen als zebrapad zodat de mensen met propere en droge voeten de overkant van de straat konden bereiken. De straten dienden namelijk ook als afvoerkanalen voor overtollig water uit woon- en badhuizen en voor de stortregens die meteen het vuilnis meesleurden. De wielen van de karren konden passeren door groeven in de stenen.

De Pompejanen hadden een ingenieus systeem dat hen voorzag van stromend water. Loden pijpen voerden drinkwater aan van een aquaduct 96 kilometer verderop. Watertorens langs de straten zorgden voor een debiet van 42 liter per seconde! Alleen de rijken hadden waterleiding. Gewone burgers moesten met amforen naar een van de tientallen fonteinen.

Er waren heel wat grote huizen met verdiepingen en versierd met mozaiëken en fresco’s. In het verlengde van het centrale atrium lag meestal een binnentuin, met rondom verschillende woon- en werkvertrekken De huizen hadden ook commerciële ruimtes aan de straatzijde. Beneden woonden de slaven, zij behoorden tot la famiglia. Men gaat ervan uit dat er geen aparte slavenkrotten bestonden in Pompeï zoals in Rome bijvoorbeeld.

Het merendeel van de bevolking – Romeinen, Grieken, Etrusken, joden, Egyptenaren en Indiërs – leefde goed. De stad was welvarend dankzij de vruchtbare hellingen van de Vesuvius waar wijn en olijven verbouwd werden. Vooraanstaande Romeinen vonden het er geweldig; de jaren voor de uitbarsting werden buiten de stadsmuur nogal wat villa’s gebouwd met zicht op zee.

Share: