Groenste grootstad van Europa
De Deense hoofdstad Kopenhagen ligt deels aan de oostkust van het eiland Seeland en deels op het kleinere eiland Amager. Kopenhagen werd gesticht in de middeleeuwen en was lange tijd een industriële havenstad. Een groot deel van het stadscentrum dateert uit de 17e en 18e eeuw en herbergt enkele grote gebouwen. Toch voelt Kopenhagen aan als een relatief compacte en coherente stad op mensenmaat.
De afgelopen jaren mocht de hoofdstad verschillende titels op zijn palmares schrijven. Ze wordt onder andere geroemd als een van de meest leefbare steden ter wereld, de groenste grootstad van Europa én als een van de meest fietsvriendelijke steden ter wereld. Vandaag werkt Kopenhagen er hard aan om tegen 2025 een groene, slimme, CO2-neutrale stad te zijn. Niet slecht voor een stad met 1,7 miljoen inwoners! De agglomeratie waarvan Kopenhagen deel uitmaakt, telt 4 miljoen inwoners.
Kopenhagen staat ook bekend om zijn stadsstructuur gebaseerd op het ‘vingerplan’ uit 1948. In Kopenhagen vind je geen groene ring rond de stad – zoals bijvoorbeeld in Londen – maar wel groene stroken tussen vingers met bebouwing en openbaar vervoer. Het plan weeft nieuwe groene elementen tussen de mozaïek van buurten in de stad. Het doel daarvan is de stadsontwikkeling te beheersen en ervoor te zorgen dat alle stedelingen vlot toegang hebben tot parken en natuurgebieden. Bij het ontwikkelen van die strategie hielden de planners rekening met cultuurhistorische en ecologische aspecten, maar ook met infrastructuuraspecten zoals het openbaar vervoer.
Eind vorige eeuw werd de stad geconfronteerd met de teloorgang van zijn havenindustrie en de daarmee gepaard gaande problemen op het vlak van leefbaarheid. Als reactie daarop voerde Kopenhagen de afgelopen 30 jaar een doorgedreven stadsontwikkelingsbeleid gericht op de reconversie van zijn industriële (haven-)gebieden en de revitalisatie van de stadseconomie. Voor de herontwikkeling van de voormalige industriële sites werden via wedstrijden internationale architecten geselecteerd, wat een diversiteit aan stijlen verzekert. De ontwikkelingen gingen gepaard met grote infrastructuurinvesteringen waarbij ingezet werd op duurzaamheid, mobiliteit, energie en economie. Voorbeelden zijn een nieuw fiets- en metronetwerk, voorzieningen voor waterbuffering en de herinrichting van de publieke ruimte.