Eerst en vooral moeten we de lintbebouwing aan banden leggen. Want de afgelopen decennia zijn we in Vlaanderen zeer gefragmenteerd gaan wonen, in landelijke woonlinten die dikwijls ver van alle voorzieningen liggen en alleen met de auto te bereiken zijn, met files en slechte luchtkwaliteit tot gevolg. Ondanks alle goede bedoelingen, visies, structuurplannen, witboeken, groenboeken, ruimtelijke uitvoeringsplannen, decreten, verordeningen e.a., wordt nog steeds aan lintbebouwing gedaan.
Het onderscheid maken tussen stedelijk gebied en landelijk gebied
Om nuance te brengen in dit debat en een betere ordening van onze beschikbare ruimte te realiseren, moeten we vervolgens veel kordater het onderscheid maken tussen stedelijke en landelijke gebieden.
Een geslaagde, mooie stad is samengesteld uit een verzameling van diverse buurten, elk met hun identiteit, hun eigen lokale voorzieningen, hun eigen publieke (groen)ruimte evenals de occasionele bovenlokale infrastructuur die bijdraagt tot de stad zelf.
Een geslaagd landelijk gebied is een verzameling van dorpen, elk met hun specifieke identiteit en lokale voorzieningen die samen een streek vormen met een eigen karakter zoals de Vlaamse Ardennen, het Pajottenland of Haspengouw.
Zowel steden als dorpen hebben hun bestaansreden, hun voordelen en nadelen, én baat bij verdichting maar dan wel op een andere manier.